De OGGZ-Monitor Haaglanden biedt inzicht in de aard en omvang van een aantal specifieke groepen op het terrein van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) in de regio Haaglanden in 2009.

Dit betreft de gemeenten Den Haag, Zoetermeer, Westland, Delft, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp, Wassenaar, en Midden-Delfland. De OGGZ is niet eenvoudig te definiëren en vanuit verschillende werkvelden bestaan meerdere visies op de OGGZ en de groepen die onder de OGGZ vallen. De veelal gedeelde essentie van de OGGZ is de gelijktijdige, meervoudige problematiek en het ontbreken van een vraag om zorg in de traditionele zin. Deze monitor richt zich op groepen waarvan bekend is dat een groot deel van de mensen binnen de OGGZ-doelgroep valt. Hiernaast zijn er in de monitor groepen opgenomen waarvan bekend is dat de mensen (in meer of mindere mate) een risico lopen om in de OGGZ-doelgroep terecht te komen, zogenaamde risicogroepen.

Met de OGGZ-Monitor Haaglanden is gestart omdat er voor verschillende (beleids)doeleinden meer inzicht nodig is in de aard en omvang van de problematiek van groepen kwetsbare burgers in de regio. Het is de eerste monitor die op regionaal niveau de OGGZ-problematiek in Haaglanden in kaart brengt. Via twee wegen wordt in de monitor een beeld gegeven van de situatie anno 2009: (1) een omvangschatting van een aantal risicogroepen in de regio op grond van gegevens uit recent door de GGD’en uitgevoerde gezondheidsenquêtes onder ouderen, volwassenen en jeugd; en (2) een omvangschatting van een aantal specifieke groepen op het terrein van de OGGZ op basis van cliëntregistraties van de signalerende-, zorg– en opvanginstellingen, werkzaam op het gebied van OGGZ in de regio Haaglanden.

Als onderliggend model voor de OGGZ-Monitor Haaglanden is gekozen voor de ‘OGGZ-ladder’ (Wolf, 2006). Het model bestaat uit vijf treden waarbij men op elke trede meer ‘uitgesloten’ wordt en de problemen toenemen. Op trede 0 staat de algemene bevolking. Op trede 1 staan de mensen die nog niet in beeld zijn bij meldpunten of zorgvoorzieningen, maar die wel risico lopen op sociale uitsluiting. Op trede 2 staan kwetsbare mensen waarbij de problemen zijn toegenomen en bekend en/of gemeld zijn bij signalerende instellingen. Op trede 3 staan kwetsbare mensen waarbij de problemen zo zijn toegenomen dat ze zijn aangewezen op zorg- of opvangvoorzieningen. Op trede 4 staan de mensen die kwetsbaar zijn op straat (de feitelijk daklozen).

De treden van de ‘OGGZ-ladder’ geven een goed inzicht in hoeveel risico mensen lopen op (verdere) uitval en hoeveel mensen daadwerkelijk gebruik maken van de zorg- of opvangvoorzieningen. Mensen op trede 1 zijn voor een deel toekomstige cliënten voor trede 2, 3 en/of 4. Door bijtijds preventieve maatregelen te nemen kan het risico op sociale uitsluiting worden verminderd. Anderzijds kunnen mensen op trede 1 afkomstig zijn van trede 2, 3 of 4.

Voor deze eerste OGGZ-Monitor Haaglanden is een keuze gemaakt voor het zo goed mogelijk in beeld brengen van de volgende (risico)groepen: Op trede 1: mensen die financieel moeite hebben met rondkomen, (zeer) ernstig vereenzaamden, mensen met psychische problemen, overmatig alcohol- en drugsgebruikers en omvangschattingen van huiselijk geweld onder de algemene bevolking. Op trede 2: meldingen bij het Centraal Coördinatiepunt van de GGD Den Haag en het Vangnet en de Meldpunten Bezorgd van de GGD Zuid-Holland West/DWO, woningvervuilingen, mensen die gebruik maken van schuldhulpverlening of schuldsanering, huisuitzettingen, overlastmeldingen, verslaafden bekend bij de politie, veelplegers, en meldingen van huiselijk geweld bij de signalerende instellingen. Op trede 3 en 4: verslaafden in zorg, langdurig zorgafhankelijken, zorgwekkende zorgmijders in beeld bij outreachende teams van de GGZ, dak- en thuislozen die gebruik maken van de maatschappelijke opvang, en buitenslapers die in beeld zijn bij het Haags Straatteam.

De OGGZ-Monitor Haaglanden geeft per trede een overzicht van het aantal cliënten per OGGZ-(risico)groep, de instroom in 2009, en enkele cliëntkenmerken als geslacht en leeftijd. De omvang van de (risico)groepen is waar mogelijk gestructureerd vergeleken tussen de gemeenten van de regio Haaglanden.

In de monitor staat in een overzichtstabel een totaaloverzicht van de resultaten weergegeven per gemeente. Over het algemeen wordt er absoluut en relatief meer gesignaleerd en zijn er meer mensen in zorg in (zeer) sterk verstedelijkte gemeenten dan in matig verstedelijkte gemeenten. Den Haag telt bij vrijwel alle (risico)groepen de meeste cliënten, zowel absoluut als relatief. Den Haag is zeer sterk verstedelijkt en het is de grootste gemeente qua inwoners. Gemeenten met een matige verstedelijking (Westland, Pijnacker-Nootdorp, Wassenaar, Midden-Delfland) tellen over het algemeen minder cliënten per (risico)groep.

De resultaten in deze monitor geven geen allesomvattend beeld van de totale OGGZ-problematiek in de regio Haaglanden. De OGGZ is hiervoor te breed. Er zijn meer instellingen in de regio Haaglanden met cliënten die (mogelijk) binnen de OGGZ-doelgroep vallen. Ook zijn er meer (risico)groepen denkbaar die (voor een deel) binnen de OGGZ vallen. Deze monitor geeft inzicht in dat deel van de (risico)groepen dat bereikt is en bekend is bij de aan dit onderzoek meewerkende instellingen.

Deze eerste OGGZ-Monitor Haaglanden geeft een goed beeld van de huidige situatie van de aard en omvang van een groot aantal (risico)groepen op het terrein van de OGGZ in de regio Haaglanden. Het is nu nog niet mogelijk om aan te geven of de OGGZ-problematiek in de regio in omvang is toegenomen of afgenomen. Deze veranderingen in de omvang kunnen zichtbaar worden door de OGGZ-(risico)groepen in de toekomst te blijven volgen. Het streven is om de OGGZ-Monitor Haaglanden te herhalen om mogelijke trends per gemeente te signaleren en lokale en/of regionale beleidsvorming te ondersteunen met actuele cijfers.